Bordspellen zijn nooit echt mijn ding geweest. Natuurlijk kan ik dammen, heb ik vroeger Monopoly gespeeld en ook wel eens Ganzenbord — zeker. Maar de opkomst van complexe bordspellen en Role Playing Games (RPG’s), compleet met ingewikkelde regels en boeken vol "lore", heb ik altijd met milde verwondering bekeken. Spelers investeren niet alleen veel tijd in het spelen, maar ook in het verzamelen en beschilderen van hun miniaturen. Het is bijna een levensstijl.
Dit genre is trouwens allesbehalve nieuw. Het begon al in de jaren ’70 met Dungeons & Dragons. Later breidde het universum zich uit via Games Workshop, met onder andere de Warhammer 40K-reeks (het jaartal staat voor het jaar 40.000) en Star Wars-achtige spin-offs, allemaal voortbouwend op hetzelfde principe: diepe werelden, uitgebreide regels, en eindeloze fantasie.
In mijn poging om deze fascinatie beter te begrijpen, stuitte ik op een video waarin Owen K.C. Stephens — een bekende game-ontwikkelaar — vertelt over hoe hij samen met zijn vrouw, beiden inmiddels op leeftijd, in slechts 12 minuten door 30 minuten aan speelmateriaal raast. "Als een kettingzaag door boter," zegt hij. Hyper-efficiënt. En ergens… indrukwekkend.
EmoticonEmoticon