zondag 28 juli 2024

For bitter for worst

 

Ik ben al jaren gefascineerd door de Tweede Wereldoorlog. Dankzij kanalen als World War 2 van Indy Neidell en Spartacus Olson kom ik steeds weer op nieuwe, verrassende video’s terecht — zorgvuldig geserveerd door het algoritme. Zo stuitte ik onlangs op een merkwaardig NSB-propagandafilmpje uit januari 1942: Een dag vol Pech. Bedoeld als komedie, maar met een wrange ondertoon.

De hoofdpersoon is de opgeblazen en bekakte “mijnheer De Roddelaere Verroest”, gespeeld door Jan C. de Vos jr., die duidelijk het bekrompen, ‘oude’ Nederland moet voorstellen in de ogen van de NSB. Hij strompelt van de ene ongemakkelijke situatie naar de andere, steeds opnieuw geconfronteerd met enthousiaste NSB’ers. “Gut gut, wat een tijd, wat een tijd,” verzucht hij herhaaldelijk. Als propagandamateriaal is het doorzichtig, maar technisch gezien zeker niet slecht gemaakt — zolang je de weerzinwekkende boodschap in gedachten houdt.

Een opvallende scène speelt zich af op een terras, waar De Roddelaere Verroest een “Voorburchje” bestelt — een bittertje. Kort daarna vraagt hij joviaal om een “Lichte Angst” voor een oude studievriend, die volgens hem elk moment zal verschijnen. Dat blijkt dan een NSB’er in uniform te zijn. “Foei!” roept hij geschokt, terwijl hij zijn toevlucht zoekt in de serre.

Die Voorburch en Lichte Angst zijn dus zogeheten bittertjes, een type alcoholisch kruidendrankje dat in de jaren dertig opnieuw populair werd in Nederland. De oorsprong is vermoedelijk medicinaal: een mengsel van kruiden en sterke drank, bedoeld als opkikker. Bittertjes bevatten minder dan 100 gram suiker per liter — anders zouden ze als kruidenlikeur gelden. Door de bittere smaak, vaak op basis van sinaasappelschil, vallen ze onder de bitters. Bekendere internationale varianten zijn bijvoorbeeld Campari, Jägermeister en Oranjebitter.

Dat bittertjes in de jaren ’30 aan populariteit wonnen, zou indirect te danken kunnen zijn aan de drooglegging in Amerika: slechte alcohol werd drinkbaar gemaakt door die te mengen met sterk smakende bitters. Zo ontstonden de voorlopers van de cocktailcultuur — soms meer overlevingstechniek dan luxe.

De bittertjes zijn inmiddels vrijwel verdwenen uit het dagelijks leven. Maar wat wél is gebleven, is het bijbehorende hapje: de bitterbal. En natuurlijk het bittergarnituur, of zoals je het ook zou kunnen noemen: de bruine fruitschaal. Nog steeds geliefd in Nederland, België en Indonesië — daarbuiten nauwelijks bekend. En vanzelfsprekend: alleen serveren met mosterd. We zijn tenslotte geen barbaren.

Een dag vol Pech eindigt, hoe toepasselijk, bitter. De zoon van De Roddelaere Verroest kondigt aan dat hij zich wil aansluiten bij de Jeugdstorm. De vader, gebroken, knielt tenslotte in gebed voor een overwinning van... Stalin. Toen nog een verre hoop. We weten allemaal hoe het zou aflopen.