Deze verzinkte vuilnisemmer ken ik nog uit mijn jeugd. Deze werden op gezette tijden aan de rand van de weg gezet, niet op vaste plekken. Een praktisch ontwerp, gemaakt van zink, een harde metalen lus aan de ene kant en een draag handvat. In gebruik tot ze werden vervangen door de eerste GFT bakken, de grijze en groen bak.
De vuilnisemmer was onderdeel van een heel afvalverwerkingssysteem, in 1902 door de in Zürich gevestigde J. Ochsner AG ontwikkeld. Het systeem bestond uit gestandaardiseerde vuilnisbakken en de bijbehorende vuilniswagenconstructies en was in het midden van de 20e eeuw wijdverbreid in Zwitserland.
Deze verzinkte vuilnisemmer herinner ik me nog goed uit mijn jeugd. Ze werden op vaste dagen, maar niet op vaste plekken, aan de rand van de weg gezet. Praktisch van ontwerp: gemaakt van thermisch verzinkt staal, voorzien van een stevige metalen beugel aan de voorkant en een handvat aan de zijkant. Ze bleven in gebruik tot ze werden vervangen door de eerste gescheiden afvalbakken — de grijze en groene GFT-container.
Wat ik toen niet wist, is dat deze vuilnisemmer onderdeel was van een uitgekiend afvalverwerkingssysteem, ontwikkeld in 1902 door het Zwitserse bedrijf J. Ochsner AG uit Zürich. Het systeem bestond uit gestandaardiseerde metalen emmers en speciale vuilniswagens die met die emmers konden werken. In de loop van de 20e eeuw werd dit systeem in heel Zwitserland ingevoerd, tussen 1926 en 1949.
De Ochsner-emmers waren gemaakt van verzinkt plaatstaal en hadden een kenmerkend scharnierend deksel met een lipje met een gat, en een stevige beugel aan de voorkant. De vuilnisman hing de emmer met de beugel aan een haak onder het schuifdeksel van de vuilniswagen. Het lipje paste over een bout op het schuifmechanisme. Zodra de hendel werd bediend en het deksel werd opgetrokken, ging het lipje mee omhoog, het deksel opende zich, en de emmer kantelde automatisch — waardoor de inhoud efficiënt in de wagen werd geleegd. Dit kon met meerdere emmers tegelijk.
Ook Nederland nam dit systeem over, via de NVRD (Nederlandse Vereniging voor Reinigings- en Afvaldiensten), opgericht op 4 september 1907 met 21 leden. In het interbellum, rond 1931, werd de standaard vuilnisemmer met deksel gratis ingevoerd. In 1941 waren er al 250.000 van deze Ochsner-emmers in omloop, met een inhoud van 33 of 55 liter. Elke nieuwe emmer werd geleverd met een gebruiksaanwijzing, waarin ook het serienummer genoteerd kon worden. Strikte voorschriften bepaalden bijvoorbeeld dat emmers met een beschadigd dekselscharnier niet meer mochten worden gebruikt. Veel mensen bekleedden de emmers met krantenpapier om ze schoon te houden.
De manier van afval verwerken veranderde echter. In 1978 begon men in Noord-Brabant met het apart inzamelen van glas. Papier volgde in 1980 en in 1981 opende de eerste kringloopwinkel in Dieren. De scheiding van groente-, fruit- en tuinafval werd in 1994 verplicht gesteld. Zo ontwikkelde Nederland zich langzaam richting gescheiden afvalstromen — en daarin paste de Ochsner-emmer uiteindelijk niet meer.
Toch is de emmer niet vergeten: op Marktplaats worden ze tegenwoordig aangeboden voor prijzen tussen de 30 en 50 euro, als reliek uit een andere tijd.
En hoewel de emmer uit het straatbeeld is verdwenen, bestaat Ochsner zelf nog steeds. Op 8 april 2014 gingen de activa en passiva van J. Ochsner AG over naar Contena Handels AG, tegenwoordig bekend als Contena-Ochsner AG, gevestigd in Schlieren.